donderdag 23 november 2017

Natuur op zijn mooist


Patagonië
Patagonië is een gebied in het uiterste zuiden van Zuid-Amerika, die het zuiden van zowel Chili als Argentinië omvat. De grens tussen beide landen loopt langs de ruggengraat van de Andes. Patagonië is een gigantisch, uitgestrekt gebied van meer dan 1 miljoen km² (de grootte van Frankrijk en Spanje opgeteld) waar amper 2 miljoen mensen wonen. Qua landschap en cultuur wijkt Patagonië  volledig af van het klassieke Zuid-Amerika beeld. Geen indianen in kleurrijke gewaden, geen extreem hooggebergte zoals in Peru en Ecuador. Patagonië valt nog het best te omschrijven als een perfecte mix van Noorwegen, Ijsland, Alaska, Nieuw-Zeeland en de Zwitserse Alpen, maar dan in een epische schaalvergroting. Er leven meer schapen in Patagonië dan mensen. Het hoogseizoen is er in december en januari, wanneer de prijzen erg hoog zijn. Wij verkozen het daarom ervoor te doen, wat de kans op minder goed dan weer ook aanzienlijk vergroot.

Pucon 
Vanuit Santiago zijn we over Temuco naar Pucon gereisd. Pucon hoort nog net niet bij Patagonië maar is een goede uitvalbasis om verder zuidwaarts te reizen en staat bekend voor zijn avontuurlijke activiteiten die je er kan beoefenen. Het dorp ligt aan de actieve vulkaan Villarrica, waar er de skipistes nog open waren bij ons bezoek. Het weer viel echter wat tegen de eerste dag, lees regen, de tweede dag was dat beter maar toen werd Stef ziek. Tja, soms kan het al eens tegen zitten. Veel hebben we er dus niet gedaan. De vulkaan zag er wel mooi uit, ook vanuit de lucht en bij zonsopgang, waar je duidelijk kan zien dat hij nog actief is. En de stoof kwam er ook van pas...





Puerto Varas (hier alles foto's)
Puerto Varas ligt aan de zuidpunt van het Lago Llanquihue en ontstond rond 1852 nadat Duitse kolonisten zich hier vestigden. En zoals je weet, eens ze er zijn krijg je ze nog moeilijk weg. Aan het meer heb je een mooi zicht op de met sneeuw bedekte Osorno (de kegel) en Calbuco vulkaan. Deze laatste erg actieve vulkaan is in 2015 nog uitgebarsten. De eerste avond zijn we gelukkig naar de zonsondergang gaan kijken want alle andere avonden was er geen zon te bekennen. Het leverde dit mooie plaatje op, al zeg ik het zelf.



We hebben er ook een excursie gemaakt naar het Parque Nacional Vicente Pérez Rosales. Onderweg heb je naast het meer een mooi uitzicht op de Osorno en hebben we van de gids geleerd dat een hoedje rond de top van de vulkaan de volgende dag regen voorspelt. Het was helaas nog waar ook!


Eerst maak je er een stop aan de watervallen van Petrohué. Het water van deze woeste watervallen raast op volle snelheid door de bergen en is indrukwekkend om te zien. Op de achtergrond zie je de Vulkaan Puntiagudo.





 In het plaatsje Petrohué kun je de vulkaan Puntiagudo aan een meer bezichtigen.



De laatste stop is aan de voet van de Osorno vulkaan waar ook een skilift naar boven gaat. Bij aankomst was deze echter gesloten omdat het slechte weer op komst was en er een heel sterke wind stond. Het was een dramatische lucht.



Chiloé (hier alle foto's)
We hebben eerst enkele nachten in Ancud gelogeerd, aangezien je van daaruit een excursie naar pinguïns kan doen. Maar alles is daar in het water gevallen. Regen, regen en nog eens regen.


In Castro waren de droge periodes iets groter zodat we toch wat hebben kunnen zien. Op het een na grootste eiland van Chili zijn de kerken UNESCO-werelderfgoed sinds 2000, vanwege hun unieke vorm van houten architectuur en de mestiezencultuur die zij vertegenwoordigen. Er zijn op Chiloé zestig kerken die tot deze typologie behoren. De komst van jezuïeten was verantwoordelijk voor de bouw van deze kerken. Hiervan enkele voorbeelden.







Wat nog heel typerend is voor de streek rond Castro zijn de palafitos of de paalwoningen die vaak in felle kleuren geschilderd zijn. Wij hebben er ook in zo'n paalwoning aan het water gelogeerd. Ze bouwen er nog steeds nieuwe bij, die vaak een commerciële functie krijgen zoals restaurant of hotel, voor 'den toerist'. Gelukkig zijn er ook nog wel heel wat authentieke versies te bewonderen.





 





Een andere leuke manier om er je tijd door te brengen is de houten huizen te bekijken. De huizen hebben alle kleuren (of wat er van overblijft) en de muren bestaan uit over elkaar liggende korte plankdelen. Het moet op visschubben lijken. Deze bouwwijze vraagt erg veel onderhoud, wat helaas meestal niet gebeurd. Fotogeniek is het wel.

 










Aan het haventje van Ancud is er ook een markt waar de lokale vissers het afval van de vissen aan de vele pelikanen en zeeleeuwen voederen. Het is een leuk schouwspel.






De bedoeling was om verder te reizen vanaf Quellon met de ferry naar Chaiten, maar door het slechte weer ging de ferry minstens enkele dagen niet. Dan maar terug naar Puerto Montt om vandaaruit te vliegen naar Balmaceda, om vandaar verder te reizen naar Coyhaique. Dit alles om in de buurt te komen van de marmergrotten. Ja, je moet er soms wat voorover hebben EN flexibel zijn.

Coyhaique (hier enkele foto's meer)
In deze stad zijn we dus beland om de bus te nemen naar Puerto Tranquilo. Die dag was er net feest in de stad met een optocht van zowat Jan en alleman, die aangevoerd werd met soldaten van allerlei soort. Het was wel eens leuk om te zien.







Puerto Tranquilo (hier nog meer foto's)
In deze 'middle of nowwhere' zijn we dus verzeild geraakt om de marmergrotten te bewonderen. Ik had op internet foto's van de grotten gezien en het werd een van de hoofddoelen in Patagonië. Onze bus heeft er 4u over gedaan, waarvan de laatste 100 km onverharde weg was. We logeerden er een appartement met dit uitzicht. Je kan het slechter treffen.


Het klein dorpje aan de befaamde carretera Austral met zo'n 500 inwoners ligt dus aan een helderblauw gigantisch meer (het tweede grootste meer van Zuid-Amerika en verspreid zich over zowel Chili als Argentinië) met hoge bergtoppen in de achtergrond. De Chilenen kennen het meer als General Carrera, terwijl ze het in Argentinië Buenos Aires noemen. De grijsblauwe marmeren grotten zijn in duizenden jaren tijd uitgesleten tot ware natuurlijke kunstwerken. Zonlicht reflecteert in het gletsjerwater dat de grotten vult en zorgt voor een lichtshow op de gestreepte muren. Met de jaargetijden veranderen de grotten constant van uiterlijk vanwege het stijgende en dalende smeltwater dat verschillende kleuren aanneemt. Je kan de grotten bezoeken met een gemotoriseerd bootje of met een kayak. We hebben voor de eerste en goedkoopste versie gekozen maar achteraf gezien had ik dit toch liever met een kayak gedaan. We zijn 's morgens vroeg om 8u vertrokken, normaal vertrekken de boten pas om 9u en we waren gezegend met een stralende blauwe hemel en een heerlijke zon. Ondanks dat hadden we 2 broeken over elkaar aan en 6 lagen op het bovenlichaam want op het meer was de wind erg koud.


Zie jij ook wat Stef ziet?

   
Kan je het hondje en de schildpad vinden?


 
 
 





 


















Het was de verre reis weer meer dan waard. 
De volgende dag zijn we naar het uitkijkpunt geklommen waar we een prachtig uitzicht hadden over het dorp, het meer en de omliggende bergen.  







De eigenaar van het appartement nodigde ons uit om op zondag mee naar zijn moeder te gaan die een 40 km verderop woont, samen met zijn zus. Ze hebben veel schapen en hij moest er helpen de schapen te scheren. Wij mee. Eerst hebben we er een wandeling gemaakt, opnieuw naar een mooi uitzichtpunt tussen de schapen. Eerst waren de beesten schuw maar na een tijdje waren ze aan ons gewend en kwamen ze aan Stef zijn schoenen likken. Ze zullen van stinkschoenen houden zeker.... Er waren ook heel wat lammetjes bij die erg schattig leken. We zaten er echt heel afgelegen met een lekker zonnetje, weer een supermoment dat moeilijk te beschrijven valt.

 







Langzaamaan begaven we ons naar beneden, terug onder de mensen en nog meer schapen. Onderweg zag je ook goed hoe afgelegen de familie woonde. In de omtrek geen andere huizen te bekennen. De appartementsman wist ons ook te vertellen dat hij hier was opgegroeid met 2 broers en 5 zussen. Aangezien ze zo afgelegen woonden zijn ze ook allemaal niet veel naar school geweest. Hij slechts 3 jaren, net genoeg om te kunnen lezen en schrijven. Hij spreekt wel vrij goed Engels want hij heeft 10 jaar op een ranch in Amerika gewerkt. Ene echte cowboy dus.


Ze waren er met zijn 5-en, moeder inbegrepen, de schapen aan het scheren. Met een schaar knipten ze het stugge wol weg aan hun ogen en aan hun achterste, zodat de kaka niet in de wol blijft hangen. Een heel karwei zodat we er zowat de hele dag waren.





Ondertussen was er buiten een nieuw lammetje geboren, keischattig!


's Middags hebben we mee mogen aanschuiven aan de tafel. Op het menu stond soep, schaap (wat had je gedacht), aardappelen en een salade. Ik heb me toch even voorgedaan als vegetariër. Helaas heb ik er geen foto van genomen want het was toch wel een speciaal moment. Het echte leven op het platteland in Patagonië.
Er geraken in Puerto Tranquilo was al niet zo makkelijk, maar er weg geraken ook niet. Je kan er een bus nemen naar Chile Chico, maar die rijdt niet dagelijks. Wij hadden geluk en konden terug met een soort toeristenbusje. We waren de enige passagiers. De route is bijna de hele tijd langs het meer, een groot gedeelte onverhard maar met prachtige landschappen.




In Chile Chico, dat net tegen de grens van Argentinië ligt, kwamen we aan tegen de avond zodat een oversteek naar Argentinië niet meer mogelijk bleek. De volgende ochtend was de grens wel open zodat het richting Los Antiquos in Argentinië ging. Aan die bushalte kregen we het heuglijke nieuws te horen dat een bus naar onze volgende bestemming, El Chalten, pas over 3 dagen ging! En dan nog een nachtbus, waar we een hekel aan hebben. De volgende uren hebben we dan besteed aan een verblijf te vinden in Los Antiquos, een dorp waar niet veel te beleven valt. Gelukkig hebben wij de grote luxe dat we tijd hebben dus een ramp was het niet.  En dat het dorp aan het meer lag met besneeuwde bergtoppen op de achtergrond, tja, ook niet zo erg. Je merkt wel onmiddellijk dat je in een ander land zit. Je hebt er niet meer de houtkachels die we in Chile overal tegenkwamen, de huizen zijn er verzorgder, de winkels zijn er onder de middag vele uren dicht,... Het grootste probleem was echter dat er in Los Antiquos geen bank was waar een buitenlander geld kan afhalen. Dit kon enkel in een ander dorp, Perito Moreno, op een klein 50 kilometer en enkel beperkt met een bus te bereiken. Stef heeft zich opgeofferd en heeft de heentocht gemaakt per bus en terug al liftend. Hij is nu weer een nieuwe amigo rijker!




El Chalten (hier alle foto's)
De nachtbus hebben we goed overleefd, al had hij 2u vertraging en konden we pas rond half 3 in de nacht opstappen. Jeah! Bij het naderen van El Chalten werd het al gauw duidelijk waarom we deze ellende allemaal moesten doorstaan. Wat een zicht vanuit de bus! Het Fitz Roy gebied maakt deel uit van Nationaal Park Los Glaciares, een uitgestrekt natuurgebied met honderden gletsjers en talrijke hoge bergen. Met de stichting van het dorp El Chaltén, enkele decennia geleden, is de omgeving van Mount Fitz Roy goed bereikbaar geworden voor natuurreizigers en bergwandelaars. Het dorpje werd opgezet voor grensbewaking maar er werd al snel geconstateerd dat een toeristische goudmijn aangeboord kon worden met de bouw van accommodaties en de aanleg van bergwandelpaden. Met trots, en zonder overdrijven, wordt El Chalten nu de  "Tracking Capital of Argentina" genoemd.


Het weer in Patagonië is echter heel wisselvallig. De dag erop stond er een wind van zo'n 100 km/u, zodat wandelen in de bergen niet tot een optie behoorde. Gelukkig hadden we een leuk appartement waar we de volgende 3 dagen hebben 'gewacht' op het ideale weer om de wandeling naar het uitkijkpunt op de Fitz Roy aan te vatten. We hebben wel de relatief korte beklimming gedaan naar het condor uitkijkpunt. Een jonge condor leek precies wel mijn muts te willen pakken, zo kort kwam hij met zijn uitgestoken klauwen naar me toe.









De 2e dag zijn we naar het uitkijkpunt Laguna Torre gewandeld, maar er was veel bewolking zodat het zicht zowat nihil was. Ja, het weer moet echt meezitten, want anders is er niet zoveel speciaals aan hoor.


Maar ondertussen hadden we de weerwebsite windguru zodanig in de gaten gehouden dat de 3e dag het moment was om het zware werk te beginnen.  De wandeling naar het gletsjermeer Laguna de los Tres is 20 km lang en je doet er zo'n 8 tot 9u over. We hebben ons met een busje laten afzetten aan het vertrekpunt El Pilar zodat de terugweg niet dezelfde is en je ook langs de gletsjer Piedras Blancas passeert. En deze optie hebben we ons niet beklaagd.





De laatste kilometer naar het uitzichtpunt is erg zwaar, al klauterend en zigzaggend ga je over een pad van rotsblokken naar boven, waarbij je een hoogte van 400m moet overwinnen. Maar of je beloond wordt! In het begin was er nog een beetje bewolking maar bij het vertrek stond er geen wolkje meer aan de lucht.




 




Als kers op de taart passeert er dan een vos op onze route! Zelfs hij genoot van het uitzicht.










El Chalten is echt een aanrader en mag je zeker niet overslaan indien je naar Patagonië reist. Het dorp is heel gezellig, de mensen zijn er erg vriendelijk en je kan alle wandelingen vanaf het dorp doen.

El Calafate (hier nog meer 50 tinten blauw)
Dit stadje ligt op zo'n 200 km van El Chalten en ligt ook aan het Los Glaciares National Park, en de Perito Moreno Gletsjer in het bijzonder. Er zijn heel wat activiteiten in deze buurt te boeken, de ene nog wat duurder dan de andere. Omdat we er ons jubileum voor 3 jaren te reizen vieren wilden we iets speciaals doen (alsof Patagonië op zich nog niet voldoende is). Het zou kayaken worden aan de Upsala gletsjer tussen de ijsbergen. Helaas werd het te gevaarlijk geacht en zijn we een dag voor ons jubileum met een katamaran, samen met 200 nieuwe vrienden, tussen de ijsbergen naar de Spegazzini gletsjer gevaren. Deze excursie, de Rios de Hielo, is echt een aanrader. 50 tinten grijs, eh, ik bedoel 50 tinten blauw zijn de revue gepasseerd. Het was een erg mooie dag met geen wolkje aan de lucht maar tijdens het varen was het erg koud. Alle laagjes aan -weer.




De kerstman komt eraan!


























De volgende dag, 1 november, hebben we onze hoogdag gevierd bij de Perito Moreno gletsjer, ene gletsjer om U tegen te zeggen. De Perito Moreno is enorm: 60 meter hoog, vijf kilometer breed en wel dertig kilometer lang. Maar wat deze ijsberg pas echt uniek maakt is dat hij constant in beweging is. De ijsmassa schuift elke dag 1 à 2 meter op en dat is goed te horen. Het gekraak van het ijs is oorverdovend en bijna net zo indrukwekkend als zijn verschijning zelf. Het dankt zijn blauwe kleur aan de enorme druk waarmee het ijs de afgelopen eeuwen is samengeperst. Voortdurend hoor je gekraak van het ijs door over elkaar schuivende ijsbrokken en regelmatig valt er een stuk van de 'muur' in het water van het Argentinomeer, maar kleiner wordt deze gletsjer dus niet. We hadden er zo'n 5u de tijd om hem eens goed te bekijken. Voordien vreesden we nog dat dit misschien te lang zou zijn maar we hebben ons gene seconde verveeld. Gewapend met een lekkere picnic bestaande uit witloof- en broccolitaart en enkele pintjes bier hebben we ons onder een stralende zon (in een T-shirt!) geweldig vermaakt. Op naar nog meer jaren reizen!
   

















Voor de rest hebben we nog wat in het dorpje gewandeld en vogeltjes gekeken. Hier enkele exemplaren. Deze hier onderaan deed zijn vleugel open en poseerde. Het lijkt alsof hij een 2e hoofd heeft, niet?




Puerto Natales (hier alle foto's voor de liefhebbers)
En zo ging het weer terug richting Chile, om het beroemde NP Torres del Paine van dichtbij te bewonderen, een van Zuid-Amerika’s mooiste en wildrijkste berggebieden. Het 242.000 ha grote nationale park is genoemd naar de drie markante graniettorens, de ‘Torres del Paine’, die uit de steppe omhoog rijzen. Het gebied is uniek omdat het alle landschappen van Patagonië als het ware in zich verenigt, en een uitzonderlijk rijke flora en fauna bezit. Wij hebben er langs de weg nandoes (soort struisvogel) en guanacos (familie van lama's) gezien.



Puerto Natales is de uitvalsbasis voor Jan en alleman die tegenwoordig naar Torres del Paine gaan, en dat zijn er tegenwoordig veel, heel veel, teveel. De sfeer van verlaten en lege ‘wildernis’, die het gebied tien jaar geleden nog kenmerkte, is in een hoog tempo aan het verdwijnen door al dat volk. En wij waren er dan nog niet in het hoogseizoen. Ik wil niet weten wat er dan allemaal te zien valt.
Maar niet getreurd, we hebben eerst Puerto Natales verkend, heel klein is het niet want we waren moe gewandeld op het einde van de middag. Het dorp ligt aan een meer met mooi zicht op besneeuwde bergen, waar heb ik dat nog meer gezien. We hadden al snel gezelschap van een 4-tal honden die ons de hele wandeling beschermd hebben. Heel mooi zijn de zwanen met zwarte nek en rode snavel die er overal ronddobberen op het water.






Er is een mooie dijk langs het water waar het aangenaam wandelen is en regelmatig wat kunst staat.











De volgende dag namen we de bus van 7u30 richting het nationaal Park, want dat ligt niet bij de deur maar wel 110 km verder, waaronder heel wat onverharde weg. Een 2u bus dus. Je kan ook wel logeren in het park zelf maar de prijzen van die hotels zijn echt gigantisch hoog. Je kan er ook de populaire meerdaagse trekkings doen, maar daar voelen we ons niet meer voor geroepen. 4u bus dus op een dag om een wandeling te doen. Hoe zot ze de mensen toch kunnen krijgen, niet? Maar het is dan ook mooi, erg mooi, alhoewel we de wandeling op zich niet zo ongelooflijk vonden, het uitkijkpunt op de Torres dan weer wel. Oordeel zelf maar. De weergoden waren ons alleszins weer gunstig gezind!


Lekkere broodjes met spek voor onderweg...











Moe maar voldaan van de wandeling van 8u kwamen we terug thuis om 22u. En jullie maar denken dat wij altijd op ons lui gat zitten.

Punta Arenas (hier alle foto's)
En zo waren we aangekomen bij onze laatste bestemming in Patagonië. Het is de meest zuidelijke stad van het Zuid-Amerikaanse vasteland, eveneens de derde grootste stad van heel Patagonië en zowat het einde van de wereld. Het kerkhof van Punta Arenas is een bezoekje waard. Prachtige monumentale tombes en beeldhouwwerken, afgewisseld met erg schamele grafplaatsen. Punta Arenas is voornamelijk door Kroaten gekoloniseerd en je komt dan ook veel Kroatische namen tegen van invloedrijke immigranten families. Maar de mooi geschoren coniferen zijn toch het indrukwekkendst.










Maar wij waren er voor de pinguïns. Op het eiland Magdalena kan je naar de duizenden Magelhaenpinguïns gaan kijken. Dit zijn de kleine witzwarte pinguïns maar aangezien we die al in Zuid-Afrika gezien hadden en de gewone ferry er nog niet naartoe ging besloten we deze over te slaan. De koningspinguïns wilden wij wel voor onze camera halen. Deze is een pinguïnsoort die eilanden rond Antarctica bewoont en in kolonies broedt. De koningspinguïn is op de keizerspinguïn na de grootste pinguïnsoort. Deze twee pinguïnsoorten zijn nauw met elkaar verwant. De koningspinguïn is wat kleiner dan de keizerspinguïn en leeft minder zuidelijk. Hij onderscheidt zich hiervan door de oranje druppelvormige vlek in de hals, de keizerspinguïn heeft in de hals een gele veeg. Vanuit Punta Arenas kan je een excursie naar Tierra del Fuego (oftewel Vuurland) boeken om de beestjes te zien, maar dat is een lange dag. Eerst dien je een ferry te nemen naar Porvenir, waar ze eerst naar een museum gaan, dan wat eten om daarna met een busje over meestal onverharde weg de tocht van een dikke 100km aan te vatten. Omdat de ferry maar 2 maal op een dag gaat en ze de laatste niet meer kunnen halen moeten ze voor de terugweg helemaal rondrijden zodat je pas 's avonds laat weer toekomt in Punta Arenas. Wij dachten slimmer te zijn en 2 nachten in Porvenir te slapen, off-the-beaten-track, om vandaaruit naar de pinguïns te gaan. Maar soms kan je ook te ver off-the-beaten-track zitten. Er was daar helemaal geen mogelijkheid om de kant van de pinguïns uit te gaan, tenzij je een erg dure privé-taxi zou inhuren. Daar stonden we dan, met onze valiezen in Porvenir, met een boeking van 2 nachten in een huisje. De enige optie was de volgende dag met die tour aan te sluiten vanaf het museum en dus maar 1 nacht in Porvenir te blijven. Gelukkig was onze huisbaas daar mee akkoord zodat we de volgende dag toch in het busje belandden waar we niet in wilden belanden...
En daar waren ze dan, de koningen. Hoe schattig! In totaal waren ze met een 30-tal. Niet een erg grote kolonie maar beter 30 dan geen. Enkelen stonden nog wel te poseren voor het water, zodat we ze dubbel konden zien! Het is pas sinds enkele jaren dat je ze hier kan bewonderen.

















Met een big smile op ons gezicht stapten we tevreden terug ons busje in. Het werd nog een lange tocht terug naar Punta Arenas, met 2 oninteressante stops onderweg. Ook moesten we nog een overzetferry nemen en daar hebben we een uur moeten wachten, aangezien de vrachtwagens voorrang kregen. Gelukkig was daar wat leuke streetart te bekennen.





Om iets voor 22u kwamen we moe aan in ons hotel. De volgende dag zijn we dan in de avond naar Santiago gevlogen, daar de halve nacht gewacht om de volgende vlucht naar Panama te nemen, om nadien over te stappen voor de vlucht naar Costa Rica. Lees: zo goed als niets geslapen... Het leven kan keihard zijn maar wij klagen niet! Pura Vida!